Liedboek 511
Door goede machten trouw en stil omgeven
1. Door goede machten trouw en stil omgeven,
behoed, getroost, zo wonderlijk en klaar,
zo wil ik graag met u, mijn liefsten, leven,
en met u ingaan in het nieuwe jaar.
2. Wil nog de oude pijn ons hart vernielen,
drukt nog de last van ‘t leed dat ons beklemt,
o Heer, geef onze opgejaagde zielen
het heil waarvoor Gij zelf ons hebt bestemd.
3. En wilt Gij ons de bittere beker geven
met leed gevuld tot aan de hoogste rand,
dan nemen wij hem dankbaar zonder beven
aan uit uw goede, uw geliefde hand.
4. Maar wilt Gij ons nog eenmaal vreugde schenken
om deze wereld en haar zonneschijn,
leer ons wat is geleden dan herdenken,
geheel van U zal dan ons leven zijn.
5. Laat warm en stil de kaarsen branden heden,
die Gij hier in ons duister hebt gebracht,
breng als het kan ons samen, geef ons vrede.
Wij weten het, uw licht schijnt in de nacht.
6. Valt om ons heen steeds meer het diepe zwijgen,
de eenzaamheid, die nergens uitkomst ziet,
laat ons dan allerwege horen stijgen
tot lof van U het wereldwijde lied.
7. In goede machten liefderijk geborgen
verwachten wij getroost wat komen mag.
God is met ons des avonds en des morgens,
is zeker met ons elke nieuwe dag.
Dankbaar zonder beven
Oud en nieuwjaar vieren staat voor velen onder ons voor gezelligheid met oliebollen en vuurwerk. Intussen wagen we ons dan aan bespiegelingen over het jaar dat voorbij ging. We bevragen elkaar over goede voornemens en bespreken die met een twijfelende glimlach. Maar stel nou eens, dat je dit jaar de jaarwisseling in de gevangenis in een cel moet doorbrengen. Zonder jouw geliefde, kinderen en familie. Dat zou jouw bespiegelingen minder vrijblijvend en oppervlakkig maken.
Het overkwam Dietrich Bonhoeffer, predikant en filosoof toen hij in 1944 door de nazi’s gearresteerd werd. Nu 75 jaar geleden werd hij op 39-jarige leeftijd terechtgesteld in het concentratiekamp Flossenbürg in Beieren. Op 19 december 1944 schrijft hij vanuit de Gestapogevangenis in Berlijn een gedicht als kerstgroet naar zijn verloofde en haar familie.
Je zou verwachten dat Bonhoeffer in zijn cel overvallen zou worden door neerslachtigheid en melancholie. Of dat hij zijn woede uit over zijn bewakers. Kerstfeest en jaarwisseling zonder verloofde en familie. Zonder uitzicht op vrijlating. Maar daar is Bonhoeffer de man niet naar. Zijn geloof in Jezus Christus is zijn gids. Dat leidt tot diepgaande overwegingen. Die kennen wij uit zijn brieven en boeken. En ook uit dit gedicht voor de jaarwisseling.
Bonhoeffer voelt zich niet omringd door kwade geesten. Hij wordt ‘door goede machten trouw en stil omgeven’. (Ps. 91:11 en 139:5) Zo wil hij – vanuit zijn cel – met zijn ‘liefsten’, zijn verloofde en familie het nieuwe jaar ingaan, ondanks hun afwezigheid. (1). Hij voelt zich met hen een ‘opgejaagde ziel, dat wel, maar hij verwacht het ‘heil waarvoor Gij zelf ons hebt bestemd’. (2). Hij verwacht het heil, maar als hij daarvoor nog door ellende heen moet, dan zal hij die beker ook drinken. Hier spreekt iemand die de navolging van Christus letterlijk opvat:
En wilt gij ons de bittere beker geven
met leed gevuld tot aan de hoogste rand
dan nemen wij hem dankbaar zonder beven
aan uit uw goede, uw geliefde hand.’ (3)
(Matteüs 26:39 en 42) (Romeinen 8:28)
Hij bidt echter ook om wat anders:
4. Maar wilt Gij ons nog eenmaal vreugde schenken
om deze wereld en haar zonneschijn.
en hij verlangt naar advent en kerst:
5. Laat warm en stil de kaarsen branden heden,
die Gij hier in ons duister hebt gebracht,
breng als het kan ons samen, geef ons vrede.
Wij weten het, uw licht schijnt in de nacht.
Bonhoeffer heeft een diep inzicht in Gods genade. Dat houdt hem overeind, ook als hij geëxecuteerd neervalt. Zijn Godsvertrouwen is spreekwoordelijk geworden met dit lied:
7. In goede machten liefderijk geborgen
verwachten wij getroost wat komen mag.
God is met ons des avonds en des morgens,
is zeker met ons elke nieuwe dag.
Voor het Liedboek voor de kerken schreef Adriaan C. Schuurman op de vertaling van Jan Willem Schulte Nordholt een ingetogen melodie. Samen met de bemoedigende tekst is zo een getuigend geheel ontstaan dat met de jaarwisseling niet mag ontbreken in onze gezangen en gedachten.
Kampen, december
Henk Schaafsma