Sinds ongeveer 1580 heeft de Reformatie in Kampen vaste voet gekregen.
In 1835 treden enkele gelovigen in Kampen uit de Hervormde Kerk. Op 4 juni 1835 wordt een afgescheiden gemeente geïnstitueerd door ds. Hendrik de Cock; deze bevestigt enkele ambtsdragers, onder wie de bekende boer Dirk Hoksbergen, die feitelijk de leiding heeft. Hem wordt al spoedig verzocht in de kerkdiensten voor te gaan als lerend ouderling. Hoksbergen was bevindelijk en zeer conservatief (”volstrekt tegen alle nieuwigheden”). In 1838 komt Kampen met enkele andere gemeenten buiten het verband van de Christelijke Afgescheiden Gemeenten te staan, en in 1840 komt de gemeente geheel op zichzelf te staan. In 1907 sluit deze gemeente zich aan bij de vereniging van enkele kleine kerkverbanden (Kruisgemeenten en Ledeboeriaanse gemeenten) tot de huidige Gereformeerde Gemeenten.
In 1851 zoeken enkele leden van de gemeente van Hoksbergen, geleid door een ouderling en een diaken, hereniging met het afgescheiden kerkverband, maar Hoksbergen verzet zich daar scherp tegen. Ze verzoeken de classis om de gemeente opnieuw te institueren. Zo wordt de gemeente weer opgenomen in het kerkverband van de Afgescheidenen. In 1891 krijgt de gemeente een tweede predikant.
De Doleantie, begonnen in 1886, vindt ook in Kampen navolging. In 1887 wordt een nieuwe kerkenraad gekozen en een, zoals ze zich noemen, Nederduitsche Gereformeerde Kerk geïnstitueerd.
In 1892 besluit een gezamenlijke synodevergadering van Afgescheidenen en Dolerenden tot vereniging, althans landelijk, van beide kerkverbanden (die ongeveer even groot zijn). De naam van het kerkverband wordt Gereformeerde Kerken in Nederland. In Kampen komt de Vereniging tot stand in 1895. De gemeente heeft dan drie predikanten.
Er zijn in de gemeente van de Afgescheidenen (die tot de Vereniging de naam Christelijke Gereformeerde Kerk droeg) echter ook leden die menen niet mee te kunnen. Begin 1893 vormen zij een nieuwe gemeente, die de oude naam Christelijke Gereformeerde Kerk blijft gebruiken.
Bij de Vrijmaking ging het summier weergegeven hierom. In 1942 doet de generale synode uitspraken over enkele zogenaamde leergeschillen. Het meest bekend is geworden de uitspraak over de zogenaamde veronderstelde wedergeboorte, een theorie die niet in de Bijbel terug te vinden is. De synode zegt in een schrijven aan de kerken “dat in onze kerken niets mag worden geleerd, dat met de betrokken leeruitspraken niet ten volle in overeenstemming is.”
In november 1942 schrijft prof. K. Schilder, die lid van de kerk van Kampen is, aan zijn kerkenraad een brief, waarin hij de kerkenraad adviseert om sommige synodebesluiten niet te aanvaarden. De kerkenraad staat in vrij grote meerderheid positief tegenover dit advies. In mei 1943 stelt de kerkenraad een brief aan de generale synode vast. De synode schrijft in een brief aan de kerkenraden van 25 februari 1944 dat prof. Schilder “de autoriteit der meerdere vergaderingen aantast”. Een andere brief aan de kerken spreekt van “een onverantwoordelijke miskenning van het gezag der kerkelijke vergaderingen.”
Op 14 augustus 1944 neemt de Kamper kerkenraad een besluit dat de synodegezinden niet welgevallig is. Voor stemmen ds. C.H. Lindeboom en 27 ouderlingen. Er zijn twaalf tegenstemmen. De minderheid, gesteund door enkele hoogleraren van de Theologische Hogeschool, beroept zich op de synode. Deze schorst op 18 augustus in een spoedvergadering de 28 voorstemmers. De zondag daarop is de breuk een feit.
Op 31 augustus valt er in een kort geding dat de synodale kerkenraad heeft aangespannen, een opmerkelijke beslissing: de kerkelijke goederen worden toegewezen aan de synodale kerkenraad, maar de geschorste kerkenraad krijgt het vrije gebruik en beheer van de Nieuwe Kerk. De andere partij gebruikt dus de Burgwalkerk en de Westerkerk.
De kerkelijke jaarboeken van 1946 vermelden als ledentallen: synodaal 2050 leden (35,6%); vrijgemaakt 3707 leden (64,4%).
In de vrijgemaakte kerken ontstaan in de jaren zestig grote spanningen. Een meerderheid in de kerken verwijt een minderheid dat die ruimte geeft aan afwijking van de belijdenis en zich niet houdt aan kerkelijke afspraken (independentisme). In Kampen liggen de getalsverhoudingen omgekeerd. Op 21 juni 1967 roepen twee ouderlingen de gemeente “weg van achter de ontrouwe ambtsdienst van de meerderheid van de kerkeraad”. Een half jaar na de breuk heeft de minderheid 520 leden (14,6%); zij maken deel uit van het vrijgemaakte kerkverband. De andere gemeente heeft dan 3050 leden (85,4%) en vier predikanten en wordt buiten het kerkverband gesloten. Met kerken en groepen in andere plaatsen vormen zij de zogenaamde buitenverbanders. Enkele jaren later nemen zij als naam aan: Nederlands Gereformeerde Kerken.
Na de breuk groeit de “binnenverbandse” gemeente gestaag; een hoogtepunt wordt bereikt in november 1994 met 1375 leden. In juni 1972 is de Eudokiakerk in gebruik genomen. Na een aantal jaren moeten er vanwege de groei dubbele diensten belegd worden. In 1998 wordt een tweede kerkgebouw in gebruik genomen, de Bazuinkerk. Op 26 april 1999 wordt de gemeente gesplitst in twee zelfstandige kerken: Kampen-Noord met de Eudokiakerk en Kampen-Zuid met de Bazuinkerk.
In 2004 doet zich in Kampen-Noord opnieuw een breuk voor. Na langdurige tegenstellingen binnen de kerkenraad spreekt de classis uit dat alle kerkenraadsleden moeten “terugtreden”. Ds. E. Hoogendoorn en negen kerkenraadsleden wijzen dit besluit af en scheiden zich af door vanaf 3 oktober eigen diensten te gaan beleggen, gevolgd door een kwart van de gemeente.
Later is er landelijk weer toenadering tot de Nederlands Gereformeerde Kerken gekomen. De kerkverbanden blijken sterk naar elkaar toe gegroeid te zijn. Op 1 mei 2023 herenigen beide kerkverbanden zich tot de Nederlandse Gereformeerde Kerken.
In 2008 kwamen ook in Kampen samensprekingen op gang, tussen de GKv’s Kampen-Noord en Kampen-Zuid en de NGK. Dit resulteerde na enkele jaren in een verklaring dat er geen verschillen zijn die ”een blokkade mogen vormen voor het elkaar erkennen als kerk van Jezus Christus en voor het streven naar kerkelijke eenheid.” Er kwam kanselruil tussen de GKv’s en de NGK in Kampen. Ook met de CGK in Kampen is er kanselruil.
Sinds de breuk in 1967 tot de splitsing in 1999 zijn de volgende predikanten aan de Gereformeerde Kerk van Kampen verbonden geweest:
P. Lok | 27-09-1970 tot 01-09-1982 | |
T. Dekker | 29-06-1980 tot 05-06-1993 | |
K.J. Kapteyn | 14-10-1984 tot 28-05-1989 | |
E. Hoogendoorn | vanaf 09-06-1991 | |
H.J.J. Feenstra | 10-07-1994 tot 26-04-1999 (naar Kampen-Zuid) |
Na de splitsing in 1999 hebben de volgende predikanten in Kampen-Noord gediend:
E. Hoogendoorn | tot 21-10-2006 (feitelijk tot 03-10-2004) | |
G. Zomer | 15-06-2008 tot 14-12-2014 | |
G.J. Slotman | 17-06-2018 tot 8-09-2024 |