“Toch ziet u de pijn en het verdriet, u merkt het op en weegt het in uw hand.
Op u vertrouwen weerloze mensen, de wezen, u komt hun te hulp.”
Psalm 10: 14
Als we niet meer bewegen.
Als we helemaal niet meer kunnen bewegen.
Omdat het leven ons murw heeft gemaakt?
Murw zoals rottend hout in een verslagen najaar.
Machteloos zoals dood gras in een onthutst voorjaar.
Wat mag je nog verwachten? Van de dag? Van de nacht?
Waarin mag je nog geloven? De mens? God? Engelen? Duivels?
Als we helemaal niet meer kunnen bewegen.
Het enige wat telt. Een licht geloof. Een zwaar vertrouwen.
Dat je gedragen wordt. Verzonnen als poëzie. Bedacht als muziek.
Dat je wordt bewogen. Van de kortademige nacht naar de opgeluchte dag.
Van de verkrampte wanhoop naar het losse vooruitzicht.
Niet omdat je het bewerkstelligd hebt. Niet omdat je het gefikst hebt.
Maar omdat je erin bent blijven geloven.
Dat het leven ons geestdriftig maakt.
Geestdriftig zoals vers gras in een fluisterend voorjaar.
Uitbundig zoals rijp fruit in een verlegen najaar.
Jan Spoelstra