Je wordt er niet vrolijk van, al die sombere berichten over stijgende prijzen, onvoldoende plekken om vluchtelingen op te vangen, tekorten op veel arbeidsplaatsen, tekorten van noodzakelijke (?) onderdelen voor telefoons, auto’s e.d., dreigende taal uit Moskou, etc.
Er wordt gekeken wat regeringen gaan doen om de gevolgen op te vangen en we worden opgeroepen zelf ook eens wat zuiniger aan te doen. Maar toch zie ik lange rijen bij Schiphol?
Crisis, tekorten, zorgen, je komt ze ook tegen bij de teruggekeerde ballingen, zoals beschreven in Haggaï 1. In dat hoofdstuk legt God een link tussen hun consumptief gedrag en die tekorten:
“Bezin je op de weg die jullie zijn ingeslagen! Jullie hebben veel gezaaid maar weinig geoogst; jullie eten maar raken nooit verzadigd, jullie drinken maar nooit is het genoeg, jullie kleden je maar krijgen het nooit warm; de dagloner krijgt zijn geld maar het verdwijnt in een beurs vol gaten. … Jullie hebben veel verwacht, maar hoe weinig is het geworden, en wat jullie wél binnenhaalden, heb Ik uiteen geblazen. En waarom? – spreekt de HEER van de hemelse machten. Omdat mijn huis nog altijd een ruïne is, terwijl ieder van jullie zich uitslooft voor zijn eigen huis.”
Hoewel het heel gevaarlijk is om zomaar een is-gelijk (=) teken te zetten tussen de situatie toen en nu, zie ik toch veel overeenkomsten: We leven in een westerse maatschappij waar God langzamerhand uit verdwijnt (lijkt het). We consumeren er stevig op los (zolang het nog kan), de verbondenheid binnen de kerk is aan het veranderen in consumptief lidmaatschap, de liefde voor God en zijn gemeente verflauwt.
Ik weet het, deze “foto” is niet compleet en op onderdelen zelfs oneerlijk, maar toch…
De teruggekeerde ballingen luisterden naar de HEER , hun God; ze gaven gehoor aan de oproep van de profeet Haggaï, die door de HEER, hun God, gezonden was. En het volk werd vervuld van vrees voor de HEER. En dan verandert de situatie, lezen we in hoofdstuk 2: “Nu ligt het zaad nog in de schuur, en de wijnstok en de vijgenboom, de granaatappel en de olijf hebben nog geen vrucht gedragen, maar vanaf vandaag zal Ik mijn zegen geven.”
De verandering in de houding van de Israëlieten veroorzaakte een verandering in de houding van God. De crisis werd veranderd in een zegen. Dat geeft hoop, ook voor de situatie van vandaag. Als wij vertrouwen op onze Vader en ons leven aan Hem toevertrouwen, dan zal Hij ons zeker niet teleurstellen. Als we weer weten afhankelijk te zijn van zijn zegen, dan zal Hij ook de vierde bede (om ons dagelijks brood) zeker verhoren. In slechts zes woorden leert Jezus ons dat de “broodkwestie” geen zorg zou hebben opgeleverd als de mensheid altijd deze woorden gelovig over had genomen.
Geef – een gebed, geen eis
Ons – solidariteit met de mensen om ons heen
Heden – geen goed gevulde vriezer, maar genoeg voor vandaag
Ons dagelijks brood – alles wat wij nodig hebben (en God weet wat dat is), inclusief de middelen die wij nodig hebben om brood te kunnen kopen.
En zo’n gebed mag afgesloten worden met “Amen”, een belijdenis: Het is waar en zeker: God hoort en verhoort. En zo kan een crisis veranderen in een zegen.
Koos Lange