In Genesis 3:15 wordt tegen de slang gezegd: “Vijandschap sticht ik tussen jou en de vrouw, tussen jouw nageslacht en het hare, zij verbrijzelen je kop, jij bijt hen in de hiel.” Dit wordt vaak de moederbelofte genoemd. Er zal dus vijandschap zijn tussen alles waar de slang voor staat tegenover alles waar de vrouw voor staat.
In Openbaring 12:7ev wordt de slang ontmaskerd en door Michaël verslagen: “Toen brak er oorlog uit in de hemel. Michaël en zijn engelen bonden de strijd aan met de draak. De draak en zijn engelen boden tegenstand maar werden verslagen; sindsdien is er voor hen in de hemel geen plaats meer. De grote draak (die net nog de vrouw en haar pasgeboren zoon had trachten te verslinden) werd op de aarde gegooid. Hij is de slang van weleer, die duivel of Satan wordt genoemd en die de hele wereld misleidt. Samen met zijn engelen werd hij op de aarde gegooid.”
En in die tijd krijgt Maria een andere moederbelofte (Lucas 1:31): “Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet hem Jezus noemen.” Middenin een tijd waarin de Romeinen het land Israël bezet hebben en er in de kerk van die tijd leiders waren die door Jezus later “adderengebroed” worden genoemd.
Wat mogen we blij zijn dat Maria deze belofte heeft omarmd; geen protest, wel een vraag om uitleg. God gaf haar geloof en de bereidheid om de Heer te willen dienen en te laten gebeuren wat de engel had gezegd.
Met het kerstfeest denken we terug aan de geboorte van Jezus. Die naam wordt in de catechismus (vr/a 29) uitgelegd: Jezus, dat is Zaligmaker, “omdat Hij ons zalig maakt en van al onze zonden verlost; verder dat bij niemand anders enige zaligheid te zoeken of te vinden is.”
“Zalig”, wat is dat eigenlijk? Ik houd het op “gelukkig, in harmonie met God”. Denk ook aan de zaligsprekingen, vaak vertaald met “gefeliciteerd ben je als…”. Zo moet Jezus dus heten, dat wordt zijn levensprogramma.
Het is dus niet verwonderlijk dat de draak uit Openbaring 12 probeert dit kind te verslinden. En als dat niet lukt de vrouw te vervolgen, immers als je de gelukmaker niet kunt pakken, dan maar zorgen dat dat geluk bij niemand terecht kan komen.
Dank U, God, dat u de aarde kunt bevelen de vrouw (de kerk, de kerkleden) te beschermen. En dat u dat tot op de dag van vandaag nog steeds doet. We zijn nog steeds Gods Eudokia.
Middenin een tijd waarin de wereld gebukt gaat onder een COVID pandemie is er nog steeds een plaats waar wij, samen met vele anderen, te horen krijgen dat Gods plan met de wereld doorgaat, dank zij het werk van Jezus. Geef ons het geloof en de bereidheid van Maria, laat gebeuren wat past in uw plan, maak ons blijvend bereid U te willen dienen.
Zalig kerstfeest!
Koos Lange