Sociaal is: “betrekking hebbend op de maatschappij, op het welzijn daarvan”; je komt het o.a. tegen in sociale verzekering, sociale voorzieningen; dat zijn overheidsmaatregelen die een financiële voorziening garanderen in de gevallen dat iemand geen inkomen heeft. Kortom: je gedraagt je sociaal als je de ander ruimte geeft voor een min-of-meer onbezorgd leven. Daarin heb je oog voor wat die ander nodig heeft en geef je hem/haar daarvoor de ruimte. In de bijbel lees je bijv. dat Johannes de Doper deze leefregel geeft: Wie twee stel onderkleren heeft, moet delen met wie er geen heeft, en wie eten heeft moet hetzelfde doen. (Lucas3:11) In Hebreeën 13 wordt dit nog eens gemeld: “Houd de onderlinge liefde in stand en houd de gastvrijheid in ere, want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen. Bekommer u om de gevangenen alsof u samen met hen gevangen zat, en om de mishandelden als om mensen die net zo’n lichaam hebben als u.”
Opvallend is ook wat Jezus zegt over de manier waarop mensen worden geoordeeld:
De schapen worden geprezen om wat zij op sociaal terrein voor anderen hebben gedaan: hongerigen te eten gegeven, dorstigen te drinken, vreemdelingen een plek gegeven, naakten gekleed, zieken en gevangenen bezocht. (Matteüs 25) Het valt mij op dat er geen criteria te horen zijn over hoe wij precies om zijn gegaan met al die lastige kwesties, die wij vandaag de dag tegenkomen. Geen schouderklopjes of verwijten over onze standpunten. Daarmee is niet gezegd dat die standpunten in bijbelse/ethische/politieke vraagstukken dus niet belangrijk zijn; anders had God ons al die aanwijzingen in de bijbel wel kunnen besparen. Maar kennelijk ligt de nadruk bij onze beoordeling niet zozeer op wat wij vonden, maar hoe wij leefden: God liefhebben boven alles EN onze naaste als onszelf. Bekend is de Micha-tekst: Er is jou, mens, gezegd wat goed is, je weet wat de HEER van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God. Rechtdoen is je sociaal gedragen. De ander zijn of haar plaats gunnen en geven.
Theocraat. Dat is een onderdaan van een koninkrijk, waarin God koning is. Een theocratie is een staatsvorm waarin degodheid als onmiddellijke gezagsdrager wordt beschouwd. Het woord komt van de Griekse woorden θεός (theos), “God”, en κρατία (kratia), “macht, kracht”, en betekent “heerschappij van god”.
Dat komt duidelijk uit in het oordeel over de schapen en de bokken: Dan zal de koning tegen de groep aan zijn rechterzijde (de schapen) zeggen: “Jullie zijn gezegend door mijn Vader, kom en neem deel aan het koninkrijk dat al sinds de grondvesting van de wereld voor jullie bestemd is.” Een deelname voor eeuwig!
Ik was eerst geneigd om dit stuk af te sluiten met een oproep voor de oprichting van een STP, Sociaal-Theocratische-Partij, maar ik besef nu dat dit helemaal niet nodig is: in dat koninkrijk is er helemaal geen partijschap meer, maar een volmaakte harmonie, geen debatten, maar een éénstemmigheid, geen verkiezingen meer, want we zijn al uitgekozen, kortom: geen politiek meer; wat heerlijk!
Koos Lange