In de afgelopen weken zijn er weer nieuwe ouderlingen en diakenen benoemd. We zijn God dankbaar dat Hij ons weer nieuwe ambtsdragers geeft.
Door alle beperkingen rond het coronavirus loopt het allemaal wat anders dan we gewend zijn. Zo zullen zij pas later dit jaar in een eredienst hun belofte afleggen en de zegen krijgen. Maar intussen willen zij wel met hun werk beginnen. Voor de ouderlingen geldt de taak “om de heiligen (de gelovigen) toe te rusten voor het werk in zijn dienst. Zo wordt het lichaam van Christus (de kerk, onze gemeente) opgebouwd.” (Efez. 4:12 NBV) Als we toegerust worden is het vervolgens onze taak om mee te werken aan die opbouw.
De opdracht om naar elkaar om te zien (pastoraal, diaconaal) geldt ons allemaal, niemand uitgezonderd, dus niet alleen de ouderlingen en diakenen.
Er zijn ook delen van de gemeente waar niet een ouderling voor gevonden is. Juist van die gemeenteleden, meer nog dan in de andere wijken, wordt gevraagd naar elkaar om te zien, pastoraal, diaconaal, niemand over het hoofd te zien. Elkaar mee te nemen op weg naar Gods nieuwe wereld. Hiertoe helpe ons de Heer door zijn Geest. In dat verband vind ik het gebed van Salomo heel mooi: “Daarom vraag ik U dit: Leer mij om goed te luisteren. En leer mij om het verschil tussen goed en kwaad te zien.’’ (1 Koningen 3:9 BGT)
Ik kwam ergens tegen dat je dit gebed van Salomo ook zo kunt vertalen: Geef mij een luisterend hart. Ik vind dat wel mooi. Het is meer dan een goed gehoor, meer dan verstandelijk aanhoren. Het is meeleven, meevoelen, begrijpen. Je hart openen voor de ander. En aan de andere kant: Luisteren kan alleen als er ook gesproken wordt.
Dat vraagt van ons om hen te aanvaarden als vertegenwoordigers van Jezus zelf. We willen hen ons vertrouwen geven en met hen spreken over ons geloof, onze verwachting, onze gemeente. Want: “Als we spreken over onze redding, dan gaat het over Gods nieuwe wereld.’’ (Hebr. 2:5)
Wij wensen (= bidden) de ouderlingen en diakenen een luisterend hart en veel wijsheid toe om onze gemeente voor te gaan en te leiden in deze lastige tijd, en in de tijd die komt, totdat Jezus terugkomt.
Koos Lange