De apostel Andreas kom je niet veel tegen in het Nieuwe Testament. Toch wordt ook hij genoemd als de namen van de twaalf apostelen worden vermeld. Hij is erbij als Jezus met Petrus, Jacobus en Johannes op de Olijfberg vertelt wat er met Jeruzalem zal gaan gebeuren. Hij brengt, samen met Filippus, een aantal Grieken in contact met Jezus. Ook komen we hem tegen als hij Jezus wijst op de jongen die vijf broden en twee vissen heeft. Ook hier vertolkt hij een mooie rol: terwijl de andere discipelen geen mogelijkheid zien om de mensen eten te geven, wijst Andreas op die jongen in het kennelijke vertrouwen dat Jezus daar wel iets mee kan.
We komen hem voor de eerste keer tegen in Johannes 1:35-42:
De volgende dag stond Johannes er weer met twee van zijn leerlingen. Toen hij Jezus voorbij zag komen, zei hij: ‘Daar is het lam van God.’ De twee leerlingen hoorden wat hij zei en gingen met Jezus mee. Jezus draaide zich om, en toen hij zag dat ze hem volgden, zei hij: ‘Wat zoeken jullie?’ ….. Eén van de twee die gehoord hadden wat Johannes zei en Jezus gevolgd waren, was Andreas, de broer van Simon Petrus. Vlak daarna kwam hij zijn broer Simon tegen, en hij zei tegen hem: ‘Wij hebben de messias gevonden’ (dat is Christus, ‘gezalfde’), en hij nam hem mee naar Jezus. Jezus keek hem aan en zei: ‘Jij bent Simon, de zoon van Johannes, maar voortaan zul je Kefas heten’ (dat is Petrus, ‘rots’).
Wat heeft Andreas ook hier een mooie rol: hij brengt zijn broer ertoe om Jezus op te zoeken. En die broer neemt later in de bijbel een belangrijke plaats in. Als Andreas Petrus niet had geattendeerd op Jezus, als Petrus zijn broer had genegeerd, had Jezus niet tegen hen kunnen zeggen “Volg mij”.
Je zal zo’n broer hebben, iemand die je wijst op Jezus, op de richting die je moet of mag gaan.
En, wat mooi, we hebben in ons kerkgezin heel veel broers en zussen die ons kunnen vertellen “We hebben de messias gevonden.” Dus broers (en zussen!) zeg het mij maar en nodig mij maar uit om mee te gaan naar of achter Jezus aan. “Volg Mij” zegt Jezus tegen mensen die naar Hem toe komen. En geef ons in het hart dat wij die oproep horen en metterdaad achter Hem aan gaan.
Koos Lange
NB. Volgens Matteüs en Marcus worden Petrus en Andreas door Jezus tegelijk geroepen terwijl ze met hun visserswerk bezig waren. Wellicht zijn het twee aparte gebeurtenissen op twee verschillende momenten. Voor deze overdenking heb ik de beschrijving volgens de evangelist Johannes gevolgd.