Velen van ons zijn in de afgelopen maanden/weken weggeweest; soms dichtbij, soms verder weg. We mochten genieten van rust en vrijheid en van een andere omgeving, andere culturen en gewoontes. Voor de meesten is die periode weer voorbij en is het “normale” leven weer begonnen, met zijn dagelijkse ritmes, verantwoordelijkheden en in de vertrouwde omgeving.
Het genieten wordt nu bepaald door de taken en op de plek waar God ons heeft geplaatst.
Genieten van wat God ons geeft, genieten van de mensen om ons heen, van mooie kerkdiensten in een volle kerk met een vol fietsenrek!
Wat is het mooi en genadig dat er zelfs na de zondeval nog zoveel te genieten is. “Proef en geniet de goedheid van de HEER, gelukkig de mens die bij Hem schuilt.” (Ps. 34:9)
Genieten van alles wat God in de schepping heeft gelegd, het licht, de hemel apart van de aarde en op aarde de zee en het droge, planten en bomen, de zon en de maan, de vissen en vogels, “wilde” dieren en het vee en als kroon op de schepping de mens. En God genoot ervan, Hij zag dat het goed was, zeer goed zelfs.
Tot en met de zesde dag worden de scheppingsdagen afgesloten met het bekende “Het werd avond en het werd morgen, de zoveelste dag.”
Maar deze afsluiting staat niet bij de zevende dag. Op die dag begon voor God en voor de mens het echte genieten. “Zo werden de hemel en de aarde in al hun rijkdom voltooid. Op de zevende dag had God zijn werk voltooid. Op de zevende dag rustte Hij van het werk dat Hij gedaan had. God zegende de zevende dag en heiligde die, want op die dag rustte Hij van heel zijn scheppingswerk.”
En dat genieten kent dus geen einde, geen vervolg. Dat gaat door, tot in eeuwigheid!
Na de zondeval is er veel kwaad in de wereld gekomen waardoor er voor heel veel mensen weinig meer te genieten valt. Oorlogen en conflicten, natuurrampen zoals droogte of juist overstromingen, armoede in diverse gradaties, ziekten en epidemieën. Als je daaronder lijdt kun je niet meer volop genieten, maar ga je gebukt en wacht je op verlossing.
Toch: genieten, samen met God, samen met anderen. “Laat de Heer uw vreugde blijven; ik zeg u nogmaals: wees altijd verheugd. Laat iedereen u kennen als vriendelijke mensen. De Heer is nabij. Wees over niets bezorgd, maar vraag in alle omstandigheden aan God wat u nodig hebt en dank Hem in uw gebeden. Dan zal de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, uw hart en gedachten in Christus Jezus bewaren.” (Filippenzen 4: 4-7).
Koos Lange