Van sommige mensen zijn de laatste woorden die zij in hun leven uitspraken opgetekend. Zo zou Willem van Oranje hebben uitgeroepen: Mijn God, mijn God, heb medelijden met mij en dit arme volk. Het laat zijn bewogenheid zien met wat hij als zijn roeping zag.
Wat zal Navalny nog hebben gezegd voordat hij werd vermoord? Gelet op zijn levenshouding zal dat iets zijn geweest tegen het dictatoriale bewind.
In de periode kort voordat Jezus zou worden uitgeleverd en aan het kruis onze verlossing zou bewerkstelligen, heeft Jezus een lang gesprek met zijn leerlingen. Johannes heeft dit aan ons doorgegeven en het begint in hoofdstuk 13, direct nadat Judas was weggegaan om Hem te verraden. Even krijgt Petrus nog het woord, maar dit bleken later lege woorden te zijn. De haan zal zijn grote woorden verpulveren. Ook Tomas en Filippus krijgen nog even het woord om een vraag te stellen, maar uit hun vraag blijkt dat ook zij nog niet doorhebben wie Jezus is en wat zijn taak is en gaat worden.
In de woorden die Jezus vervolgens uitspreekt vertelt Hij hen van de nabije toekomst (o.a. de belofte van de Heilige Geest) en van de definitieve toekomst (in het huis van mijn Vader zijn vele woningen). En vertelt Jezus iets over zijn werk, wat Hij zal voortzetten nadat Hij weer terug is bij de Vader; daar zal Hij niet werkeloos afwachten, maar zal Hij als de wijnstok zorgen voor de vruchten aan de ranken.
“Ik laat jullie vrede na; mijn vrede geef Ik jullie, zoals de wereld die niet geven kan. Maak je niet ongerust en verlies de moed niet. Jullie hebben toch gehoord dat Ik zei dat Ik wegga en bij jullie terug zal komen? Als je Me liefhad zou je blij zijn dat Ik naar mijn Vader ga, want de Vader is meer dan Ik.”
Voor hen die nog te maken hebben met een leven op aarde laat Jezus zien dat het onmogelijk is dat de wereld (dat is het domein van Satan) hen zou liefhebben, nee er zal haat en vervolging zijn. In die context zal de Heilige Geest het werk van Jezus voortzetten:
“Wanneer Hij komt zal Hij de wereld in het ongelijk stellen door duidelijk te maken wat zonde, gerechtigheid en oordeel is: zonde – dat ze niet in Mij geloven, gerechtigheid – dat Ik naar de Vader ga en jullie Me niet meer zien, oordeel – dat de heerser van deze wereld is veroordeeld.”
En dit lange gesprek wordt afgesloten met een gebed, wij kennen het als het hogepriesterlijk gebed, hoofdstuk 17 van Johannes. Wat een liefde, wat een bewogenheid, wat een macht spreekt in dit gebed. Zomaar een paar zinnen:
- Hij (de Zoon) heeft van U (de Vader) macht over alle mensen ontvangen, de macht om iedereen die U aan Hem gegeven hebt het eeuwige leven te schenken.
- Ik bid voor hen. Ik bid niet voor de wereld, maar voor de mensen die U Mij hebt gegeven, omdat zij van U zijn – alles wat van Mij is, is van U, en alles wat van U is, is van Mij – en omdat in hen mijn grootheid zichtbaar geworden is. Ik ben al niet meer in de wereld, Ik ga naar U toe, maar zij blijven wel in de wereld. Heilige Vader, bewaar hen door uw naam, de naam die U ook aan Mij gegeven hebt, zodat zij één zijn zoals Wij één zijn.
- Ik vraag niet of U hen uit de wereld weg wilt nemen, maar of U hen wilt beschermen tegen hem die het kwaad zelf is.
- Ik bid niet alleen voor hen, maar voor allen die door hun verkondiging in Mij geloven. Laat hen allen één zijn, Vader. Zoals U in Mij bent en Ik in U, laat hen zo ook in Ons zijn, opdat de wereld gelooft dat U Mij hebt gezonden.
- Ik heb hun uw naam bekendgemaakt en dat zal Ik blijven doen, zodat de liefde waarmee U Mij liefhad in hen zal zijn en Ik in hen.
Amen.
Mooie, bemoedigende woorden en als je je realiseert dat Jezus dit zei terwijl Hij wist dat Hij in de komende uren zou worden uitgeleverd, veroordeeld, vernederd, gekruisigd, krijgen deze woorden nog meer dimensie: Jezus gaat de schuld wegdragen, de schuld die een belemmering is voor de mens, voor jou, voor mij, om bij God te kunnen komen, om door Hem als kind te worden aangenomen. Dat deze intense liefde maar tot ons moge doordringen in deze 40-dagen tijd.
Koos Lange