Liedboek 343
Geloofd zij God die heel de wereld tot leven wekt
1. Geloofd zij God die heel de wereld tot leven wekt,
die aarde, zon en sterren met jubel schept,
die hoort de klacht van kleinen, hen ziet en redt.
2. Geloofd zij God die kwam ter wereld, Maria’s zoon,
die mensen hielp en meeleed en werd gedood.
Hij leeft, geloofd zij Christus die bij ons woont.
3. Geloofd zij God die in de wereld met vuur en geest
ons zuivert en doet opstaan en muren breekt,
tot alle volken één zijn in Christus’ geest.
4. Geloofd zij God die tijd en wereld ver overstijgt,
die is en was en zijn zal en met ons blijft
en als het al ineenstort betrouwbaar blijkt.
Ander credo
Ik ben opgegroeid met de Apostolische Geloofsbelijdenis. Door de dominee aangekondigd: ‘met de kerk van alle tijden en plaatsen belijden wij ons ‘katholiek’ geloof en ieder spreke in zijn hart met mij.’ Voor mij hoort dat bij de middagdienst. Soms was er een variatie. Dan werd de geloofsbelijdenis van Nicea voorgedragen. Dat gaf mij een dan een speciaal gevoel. Vandaag zijn er meer variaties van het ‘Credo’. Het wordt gebruikt in de liturgie van de morgen- en van de middagdienst en vele andere diensten. Wat is er mooier dan samen het geloof te belijden in woord en sacrament? Het wordt gesproken, gezegd, alleen of gezamenlijk en ook gezongen in vele toonaarden. In het Liedboek zijn wel acht versies van het ‘Credo’ opgenomen. Nu vraag ik aandacht voor een uit het Zweeds vertaalde geloofsbelijdenis.
Het Credo gaat altijd over Vader, Zoon en Geest en hun werken. Zo ook hier:
Het eerste couplet concentreert zich op God als schepper.1
Het tweede zingt over de menswording van de Zoon, de ontferming die Hij tijdens zijn leven tentoonspreidde, zijn kruisdood en zijn opstanding, God als redder.
In het derde couplet beschrijft de dichter Carl Olov Hartman de Geest als degene die in de wereld schuld en scheidingsmuren wegbrandt totdat alle volken één zijn in Christus’ geest. God als onderhouder en louteraar.
De eerste drie coupletten handelen over de God die onlosmakelijk met de schepping, de wereld verbonden is. Het slotcouplet zingt over een andere eigenschap van God: Hij gaat boven de schepping uit en valt daarmee niet samen.
Het lijkt alsof er geen rijm in de regels zit, maar dat is schijn: het gaat hier om klinkerrijm.
In couplet 1: wekt, schept en redt.
In couplet 2: zoon, gedood en woont.
In couplet 3: geest, breekt en geest.
In couplet 4: overstijgt, blijft en blijkt.
Als je dit lied gaat zingen, merk je direct de bijzondere versvorm: elk couplet heeft drie regels van respectievelijk 13-11-11 lettergrepen. Hier dringt de vergelijking met de drie-eenheid zich op.
De charme van het lied zit er in, dat elk couplet als het ware begint met een uitroep: Credo, Geloofd zij God! Dat is sterk vertaald door Andries Govaart. Het heeft twee betekenissen:
‘Laten wij in God geloven!’en: ‘laten wij God loven!’
De melodie van Roland Forsberg is makkelijk aan te leren, zodat dit lied heel goed te gebruiken is tijdens de erediensten. Het klinkt ook mooi voorafgaande aan de viering van het avondmaal.
Henk Schaafsma, Kampen, 14 januari 2020
1) Ik maak dankbaar gebruik van en citeer naar hartenlust uit het artikel van Jan Smelik over dit lied in ‘EREdienst, informatieblad voor liturgie en kerkmuziek’ jaargang 46, nummer 6, 18-22.