Liedboek 777 Hem komt alle lof toe Canticum bij Openbaring |
|
1. Hem komt alle eer toe 2. Christus gaf zijn leven, 3. Hij ontsluit de boekrol, |
4. Volken, vorsten, machten 5. Wie vermoeid, verzwakt zijn 6. Groot en wonderbaarlijk 7. Zie de stad van vrede |
Het kan je zomaar aanvliegen als je het nieuws volgt: enerzijds rijkdom, mensen met dure auto’s, sieraden en grote huizen. Anderzijds armoede, mensen die minder dan twee euro per dag hebben te besteden, ziekte, onderdrukking, machtsmisbruik, vluchtelingen. Bezorgd kun je je afvragen je waar dit naartoe gaat. Alle reden om een klaagzang aan te heffen. Toch roept het lied van deze maand op om een andere toon aan te slaan. Ons wordt een loflied in de mond gelegd: ́Hem komt alle eer toe! ́
Als je het met gesloten ogen zingt, zie je engelenkoren aan je voorbij trekken. Ze houden niet op de lof op God, de Drie-enige te zingen:
‘Gij, levende, zijt heilig,
Gij, ongeziene, eeuwige God. De eerste, de laatste zijt Gij. God, heilig zijt Gij alleen.’
De engelen rijgen een volmaakte ketting van zeven schakels. Zeven coupletten voeren je van de schepping naar de voleinding, in één doorlopende beweging. Elk couplet levert nieuwe energie voor de lofprijzing: God die alles schiep, verloste ons door Christus die vernederd werd, Hij bracht verzoening, iedereen buigt voor hem die het Lam is, bij die bron van leven schuil je, want Hij breekt de chaos. En kijk, daar in de verte komt de stad van vrede ons tegemoet: op de nieuwe aarde woont het Lam voorgoed! Het kan niet op en je raakt er niet over uitgezongen.
‘Hem komt alle eer toe’ is het laatste lied uit de rubriek Getijden van het Jaar, met als nummer 777. Het is ook de afsluiting van de subrubriek Voleinding, de rubriek met liederen voor de laatste zondagen van het liturgisch jaar. Het is een canticum, een hymne, bij Openbaring. Juist daarom helpt het om niet alleen oog te hebben voor wat in de werkelijkheid van elke dag te zien is, wat je mistroostig en moedeloos kan stemmen. Want er is nog een werkelijkheid. Die staat niet in de krant of op internet. die wordt ons geopenbaard. Je leert het zien als je kijkt naar Gods grote daden. Zoals je leest in het laatste Bijbelboek. Laten we daarom instemmen met de engelen en dit canticum uit volle borst zevenvoudig zingen!
Niet alleen de tekst is een doorlopend geheel, ook de melodie is dat. Coupletten en refrein overlappen elkaar: het refrein zet in voordat het couplet is afgelopen, elk volgend couplet start voordat het refrein klaar is. Zo zijn het schakels die samen één ketting vormen. Ook hier: één doorlopende beweging!
Het lied is uitermate geschikt om gezongen te worden door gemeente en cantorij. Meestal werkt het bij refreinliederen zo dat de cantorij de coupletten zingt en de gemeente het refrein, maar hier kan het beter andersom, zodat de cantorij de ‘moeilijkste’ inzet heeft. Overigens, er is niets op tegen om de gemeente in tweeën te delen, een coupletgroep en een refreingroep. Maar doe het in beide gevallen niet zonder dat iemand de inzetten duidelijk aangeeft. Met dirigent of cantor gaat het zeker lukken.
Henk Schaafsma
© Steunpunt Liturgie
– Een uitgebreide bespreking is te vinden in EREdienst jg 45 nr 5 (september 2018), p. 17
– De begeleiding is te vinden in het begeleidingsboek bij het Liedboek.
– Het lied is geschreven in een 2/2 maat, afgewisseld met een 3/2. De melodie moet dus gespeeld en gezongen worden vanuit de halve noot, niet vanuit de kwart.