Holy, holy, holy Lord
Liedboek 406c
Herhaling is de kracht van aanbidding.
Je kent het gezegde: herhaling is de kracht van de reclame. Als je maar vaak genoeg hoort en ziet dat je het beste Dreft kunt gebruiken bij de afwas is de kans groot, dat je dat toch eens gaat proberen. Dat is ook zo met eigentijdse aanbiddingsliederen: door de herhaling word je meegenomen in een voortdurende lofprijzing. Voor veel volgers van Opwekking is dat een aanmoediging om mee te doen, anderen haken daardoor juist af. Nog verder gaan monniken in allerlei religies: zij zingen zichzelf door mantra’s in een trance die uren kan duren.
Bij engelenzang maak ik mij een vergelijkbare voorstelling. Zoals de serafs met zes vleugels, twee om het gezicht en twee om het onderlichaam te bedekken en twee om mee te vliegen. Zij cirkelen met gespreide vleugels rondom de troon van de Almachtige voortdurend en onophoudelijk zingend:
‘Heilig, heilig, heilig, is de HEER van de hemelse machten. Heel de aarde is vervuld van zijn majesteit.’ (Jesaja 6:2,3)
In de vroeg-christelijke kerk was dit Sanctus (Heilig, heilig, heilig) een vast onderdeel van de liturgie. Aan het einde van de eucharistie vormt het Sanctus het dankgebed voor de gunsten en zegeningen van de Heer. In het Liedboek is onder nummer 404 e.v. een aantal Sanctusliederen opgenomen. Het lied onder 406c is afkomstig van de Iona Gemeenschap op het gelijknamige Schotse eiland. Deze gemeenschap beoogt mensen met verschillende sociale achtergronden en uit verschillende christelijke tradities bij elkaar te brengen met als doel een gemeenschappelijk leven op te bouwen waar niemand buitengesloten wordt of zich buitengesloten voelt. Iona ontwikkelde haar eigen oecumenische liturgie en liedrepertoire.
Een van de drijvende krachten bij Iona is John L. Bell. Het is zijn ideaal om mensen aan het zingen te krijgen. Dat is niet vanzelfsprekend voor de mensen die op Iona aanspoelen. Daarom kiest hij voor eenvoud. Hij ziet mensen als ‘zingende engelen in opleiding’.[1] De gemeente herhaalt een melodisch fragment nadat het is voorgezongen. Mensen herkennen deze vorm van voor- en nazingen vanuit hun jeugd en ook van popconcerten. Er is geen instrumentale begeleiding nodig, de cantor zingt a capella de ‘voorzang’-gedeelten en de gemeente herhaalt deze gedeelten. In het Liedboek is dat goed zichtbaar aangegeven in de notatie.
Het Engelstalige Sanctus van Bell is driedelig: twee keer wordt de tekst uit Jesaja gezongen, gevolgd door eenmaal de tekst uit Psalm 118: ‘Gezegend wie komt met de naam van de HEER.’ Deze woorden worden geciteerd in Matteüs 21 waar de menigte ze roept bij de intocht van Jezus Christus in Jeruzalem. Sanctus, Kyrie en Agnus Dei zijn meestal driedelig. Een verwijzing naar de Goddelijke Drie-eenheid.
Je kunt je van de engelenzang een voorstelling maken waar je naar kijkt. Het lied van Bell nodigt je uit om – geheel in de lijn van de Iona community – niet aan de zijlijn te blijven staan. Het wil dat je in de cirkel stapt en mee gaat doen. Dat je mee gaat zingen:
‘Holy, holy, holy Lord, God of pow’r and might,
heaven and earth are full of your glory.
Blessed is the one who comes in the name of the Lord,
Hosanna in the highest!’
Kampen, februari 2021
Henk Schaafsma
[1] Jan Smelik in Eredienst, jrg. 48 nummer1 pag. 9-11.