Nu heeft het oude leven afgedaan
Liedboek 353
- Nu heeft het oude leven afgedaan!
Wij mogen aan de toekomst toebehoren,
want grote dingen heeft de Heer gedaan
wij zijn als kinderen van God herboren - Geen macht op aarde houdt hem in zijn macht
die werd begraven in de dood des Heren,
die opstond tot het leven in zijn kracht
om aan zijn hand een nieuwe weg te leren. - Water en geest verwekten door de doop
een nieuwe mens, die voortaan vrij mag leven.
Bevrijd van zonde en vervuld van hoop
mag hij zijn krachten aan het Godsrijk geven. - ’t Lied van de vreugde gaat van mond tot mond:
Gods liefde heeft ons samen uitverkoren
om overal, de hele wereld rond,
de boodschap van zijn rijk te laten horen.’
Tekst Martien Postema
Melodie Wim Dalm
Daar zeg ik ‘ja en amen’ op!
Het is feest in de kerk! Er wordt een kind gedoopt. De hele familie is opgetrommeld. Iedereen is feestelijk gekleed. De ouders hebben een dooplied uitgezocht. Van Sela. Krachtig klinken die woorden:
Met de Heer begraven en weer opgestaan,
om voor Hem te leven, Jezus’ weg te gaan.
Uit het water van de doop,
putten wij geloof en hoop,
Een paar weken later is het weer feest in de kerk! Jonge mensen leggen belijdenis van hun geloof af. Ze dragen een bloem en zien er mooi opgemaakt uit. Ze hebben zelf de liederen voor de liturgie uitgezocht. De band gaat uit zijn dak bij Opwekkingsliederen.
Het lied van deze maand bedient zich niet van vlotte taal. Geen populaire woordkeus. De dichter graaft diep. Bij doop en -in de goede zin van het woord- bij geloofsbelijdenis zing je het uit:
‘Nu heeft het oude leven afgedaan!’
De dichter, Martien Postema, maakt dat statement. Hij werkt het in de volgende coupletten uit:
‘Wij zijn als kinderen herboren, want
Water en geest verwekten door de doop
Een nieuwe mens, die voortaan vrij mag leven’
Je hoort hier heel duidelijk de echo van Romeinen 6 en ook van Johannes 3 waar Jezus zegt: ‘Waarachtig, ik verzeker u: niemand kan het koninkrijk van God binnengaan, tenzij hij wordt geboren uit water engst.’ Waarop Nikodemus zich verwonderd afvraagt: ‘Maar hoe kan dat?’
Jezus zelf, de eerstgeborene uit de doden, leert je hoe dat kan. Hoe je door doopwater en belijdeniswoord heen, komt bij het nieuwe leven:
‘Geen macht op aarde houdt hem in zijn macht
die werd begraven in de dood des Heren,
die opstond tot het leven in zijn kracht
om aan zijn hand een nieuwe weg te leren.’
Op die manier kun je van de dopeling en van hen die belijdenis doen, zeggen:
‘Bevrijd van zonde en vervuld van hoop,
Mag hij zijn krachten aan het Godsrijk geven.‘
Het oude leven heeft op die manier dus afgedaan. Je wordt wedergeboren en je gedraagt je zo. Tijd voor een feestje en iedereen mag het weten:
‘’t Lied van de vreugde gaat van mond tot mond:
Gods liefde heeft ons samen uitverkoren
om overal, de hele wereld rond,
de boodschap van zijn rijk te laten horen.’
Het taalkleed van dit lied mag dan wat gedateerd lijken, de zeggingskracht is groot:
Als je gedoopt bent, als je jouw ‘ja’ woord gaf in de kerk, dan volg je Jezus na als wedergeboren kind.
Het lied stamt uit de doopsgezinde traditie en werd geschreven door Martien Postema (1928-2016) Van hem vinden we in het Liedboek voor de kerken ook het bekende lied: ‘De Heer verschijnt te middernacht.’ De melodie is van Wim Dalm, musicus op hoge leeftijd. (1924).
Van die melodie zegt Anje de Heer: ‘Het valt op dat de melodie grotendeels uit secondeschreden bestaat. Die beweging wordt in elke melodieregel even doorbroken, namelijk met een terugsprong. Zo beweegt de melodie zich voort met kleine, kalme stromende golfbeweginkjes.’ Dat doet me dan toch weer denken aan het stromen van het doopwater.
Henk Schaafsma