God stralend mooi
Psalmen anders 104c
De mussen
- God, stralend mooi, de mantel van een vorst
hangt om u heen in banen van het licht.
U bent niet hier, niet daar, gaat als een wolk,
een snelle golf, een felle vlaag van wind.
- Uw wind, uw geest, uw adem stuwt wat leeft
en geeft aan al wat is een eigen kracht.
De avond valt, voorzichtig loopt een ree
de open akker op. Het bos zucht zacht.
- Een storm steekt op en krakend valt het hout.
Het onweert, stromen water delen zich.
Totdat de zon doorbreekt. Een vlek van goud
speelt op de aarde. Is dat uw gezicht?
- Gezicht van God? Getjilp klinkt in de heg,
de mussen vragen wat ik achterliet.
Ik mensje mens, wat ik ook denk of zeg,
ik dank u zeer. En verder weet ik niets.
- Niets is genoeg. U weet dat ik geniet
van al dat licht, de golven van uw macht,
van wie ik ben, van wat u in mij ziet.
Geef adem, God, aan al wat u verwacht.
tekst Roel Bosch, Psalm 104,1-4.7.11.14.15.20.22.23.31.33
melodie John L. Bell
Kroningsdag!
6 mei 2023. Prins Charles wordt gekroond tot King of England en wijde omgeving. Een plechtigheid, vol pracht en praal! In de hele wereld wordt er met spanning naar uitgekeken. Neem nou alleen al de hermelijnen koningsmantel die Charles omgehangen zal krijgen. Die is zo zwaar dat zijn eigen kleinzoon en drie bonus-kleinkinderen hem samen moeten dragen. Zoals kleren de man maken, zo maakt de mantel de vorst. Kun je dat ook van God zeggen? Het lied van de maand begint met dit prachtige beeld:
God, stralend mooi, de mantel van een vorst
hangt om u heen in banen van het licht.
Roel Bosch diepte dit op uit Psalm 104. Hij schreef een prachtig lied van vijf strofen op basis van een aantal verzen uit die psalm.
In eerste strofe ervaren we Gods grootheid in water, wolken en wind. ‘Een felle vlaag van wind’ komt in de tweede strofe terug. ‘Uw wind, uw geest, uw adem stuwt wat leeft en geeft aan al wat is een eigen kracht’. ‘Adem’, ‘wind’ en ‘Geest’ worden hier mooi met elkaar verbonden. Het Hebreeuwse woord ‘ruach’ heeft die driedubbele betekenis. Adem geeft leven aan mijn ziel. Wind brengt beweging tot ruwe stormen toe. De Geest zet in beweging, vernieuwt.
God schiep de tijd en de gang van de tijden in morgen en avond. De dieren weten ervan en als de zon doorbreekt na regen, storm en onweer valt er ‘een vlek van goud op de aarde’. ‘Is dat uw gezicht?’, vraagt de dichter aan het eind van de derde strofe. Is onze God een natuurgod die je alleen kent uit de elementen? Net als tussen strofe 1 en 2 verbindt de dichter hier met die vraag strofe 3 en 4. Waaraan herken je het gezicht van God? Psalm 104 toont Gods almacht, zijn scheppingskracht. Daartegenover is de mens een nietig schepsel. Zegt Psalm 8 dat de mens de kroon op de schepping is, hier wordt de grote, ontzagwekkende God tegenover mij geplaatst: ’Ik mensje mens, wat ik ook zeg, ik dank u zeer. En verder weet ik niets.’ (strofe 3) Het zijn de dieren die mij ter verantwoording roepen. Niet de wilde dieren, niet de grote beesten, maar de alledagvogeltjes kwetteren uit de heg. ‘De mussen vragen wat ik achterliet.’ Ze vragen naar mijn ‘footprint’. Hoe ga ik om met die prachtige schepping? Ben ik een gebruiker, consument, die zich de schepping toe-eigent? Of verwonder ik mij over de schoonheid en bewonder ik de Schepper van dit alles?
In strofe 5 vertolkt dat ‘mensje mens’ zijn lof over de schepping en de Schepper. In regel 2 grijpt hij daarbij terug op de beelden uit de eerste strofe: licht, golf en wind. Hij geniet ervan. Hij dankt God om zijn bestaan en sluit af met een gebed. ‘Geef adem, God, aan al wat U verwacht.’ We zagen in de eerste strofe, dat adem hier drie betekenissen heeft: adem, wind en Geest. Is dat het niet, waar de hele schepping, bloemen, bomen, vissen, bergen en zeeën, mensen en dieren op wachten? Geef adem Heer en doe ons leven!
Roel Bosch is predikant van de NoorderLichtgemeente (PKN) te Zeist. Hij schreef dit ‘Psalmen anders’-lied op een wijs van John L. Bell. Deze bekende Schotse predikant en lieddichter is verbonden aan de Iona Community. Van hem kwam al vaker een melodie voorbij. Jan Smelik schrijft over de melodie:
‘Typerend voor de melodie in Es groot is dat de beweging in kwartnoten en hoofdzakelijk in secundenschreden verloopt. (…) De regels 1 en 2 zijn afgezien van de slotnotering identiek. Een aardige vondst is dat de melodie bij de coupletten 1 tot en met 4 niet op de grondtoon es’ eindigt maar op de f’, zodat de melodie de strofen op een natuurlijke manier aan elkaar rijgt. Het is geen stoere, majesteitelijke melodie die je wellicht bij een bewerking van Psalm 104 zou verwachten. (Zie bijvoorbeeld de Geneefse melodie.) Het is eerder een tedere melodie.’
Natuurlijk zing je dit lied als het over Gods grootheid in de schepping gaat. Als een goed alternatief voor de bekende berijming. Maar het lied gaat ook over de Geest. Het past dan ook goed met Pinksteren en op kroningsdag. Noemen we Hemelvaart niet zo?
Henk Schaafsma, Kampen, mei 2023