Liedboek 973
Om voor elkaar te zijn uw oog en oor
- Om voor elkaar te zijn uw oog en oor,
te zien wie niet gezien wordt, niet gehoord,
en op te vangen wie zijn thuis verloor,
halleluja,
- om voor elkaar te zijn uw hand en voet,
te helpen wie geen helper had ontmoet:
wie dorst of hongert wordt getroost, gevoed,
halleluja,
- om voor elkaar te zijn uw hart en mond,
om op te komen voor wie is verstomd,
voor wie gevangen zit of is gewond,
halleluja,
- roept U ons, Christus, uw gezicht te zijn,
gerechtigheid en vrede, brood en wijn,
uw liefde, hoop, geloof – uw zonneschijn.
Halleluja!
tekst Delores Dufner – ‘To be your presence’
vertaling Gert Landman
melodie Charles Villiers Stanford – ENGELBERG
‘Lijflied voor diakenen?’
‘Jullie zijn de ogen en oren van de kerk.’ Dat riep ooit een spreker op een conferentie met diakenen. ‘Als je ergens binnenkomt, moet je ogen en oren goed de kost geven. Jullie moeten omzien naar nooddruftigen in en buiten de kerk!’ Het schiet me te binnen bij het overwegen van het lied van de maand. Kerk-zijn is de lofzang gaande houden, vieren bij woord en sacrament. Kerk-zijn is ook de gemeenschap vieren door er voor elkaar en voor de wereld te zijn. In dit lied roept Christus ons op zijn gezicht te zijn. Op het eerste gezicht lijkt mij dat een vrijwel onmogelijke opgave. Die pretentie gaat mij te hoog, daar kan ik niet aan tippen. Misschien kan ik af en toe wat kleine goede dingen doen. Wat friemelen in de marge. Maar het gelaat van mijn verlosser zijn?
Delores Dufner, zuster van St. Benedict’s Monastery Minnesota, kreeg in 1998 opdracht een nieuw lied te schrijven. Dit met het oog op het jubeljaar dat paus Johannes Paulus II voor 2000 had uitgeroepen. Zuster Delores wil met het lied de taak en plaats van de wereldwijde kerk in de moderne tijd benadrukken1. De gedachte dat omgezien moet worden naar de armen en weerlozen, naar weduwen en wezen, wordt in de Bijbel talrijke keren verwoord, onder andere in Psalm 10, 72, 82, 146; Jesaja 58,6-7; Jeremia 5,27-29; 7,5-11 en Maleachi 3,5. In Matteüs 25,31-46 wordt de diaconale taak van mensen verbonden met Christus’ aanwezigheid in de wereld.
Wat de bijbelse vindplaatsen betreft, geeft zuster Delores zelf aan dat haar lied mede geïnspireerd is op 1 Korintiërs 12 en 13. Paulus wijst er hier op, dat de leden van de gemeente als een lichaam met elkaar verbonden zijn en met Christus.
De gelovigen hebben zo een diaconale taak. Zij vertonen het gelaat van Christus in:
gerechtigheid en vrede,
brood en wijn,
geloof, hoop en liefde,
zonneschijn.
Zo ziet Hij eruit en zo zou de kerk er ook uit moeten zien. Ik kan dat niet alleen, maar als leden van het lichaam kunnen we er wel inhoud aan geven:
Laten we ogen en oren goed open zetten. Wat zien we dan? Wie horen we?
‘wie niet gezien wordt, niet gehoord, wie zijn thuis verloor,’ (1)
Die moeten we als kerk opvangen!
Laten we verder zoeken, op pad gaan. Wie lopen we daar tegen het lijf?
‘wie geen helper had ontmoet: wie dorst of hongert,’ (2)
Die moeten we tot een hand en voet zijn door hen te troosten en te voeden.
Laten we nog verder gaan door ons hart te laten spreken,
‘om op te komen voor wie is verstomd,
voor wie gevangen zit of is gewond,’ (3)
Op die manier vertoon je dus iets van het gelaat van Christus. Dat is niet voorbehouden of gedelegeerd aan de diakenen. Het raakt ons allemaal. In de kerkelijke gemeente waar ik toe behoor, krijgt dat bijvoorbeeld elke dinsdagavond gestalte in de Eetkamer, waar gastvrij een maaltijd klaarstaat voor ieder die dat wil. Er zijn meer vergelijkbare initiatieven.
Is dit een lijflied voor diakenen? Ik stel voor het toe te voegen aan de lijfliederen van de gemeente. De wijs leent zich er goed voor. De melodie die Sir Charles Villiers Stanford componeerde voor het lied van Walsham How en die om onbekende reden de bijnaam ENGELBERG kreeg, werd voor het eerst gepubliceerd in de bundel Hymns Ancient & Modern uit 1904. ENGELBERG is een melodie met de allure van een Engelse kathedraal, die geheel diatonisch is, dat wil zeggen: geen enkele incidentele verhoging of verlaging kent. Diverse elementen dragen bij aan het typerende Engelse karakter van de melodie. Zuster Delores gebruikte deze melodie als basis voor haar lied. Ze liet het ‘Halleluja’ staan, hoewel het op het eerste gezicht misschien niet zo op de tekst lijkt aan te sluiten. Kijk dan vooral naar het ‘Halleluja’ in de laatste strofe. Daar zet de bewerker Gert Landman er nog eens een uitroepteken achter. Om daarmee aan te tonen, dat het een zegen is om zo samen Christus’ gelaat te vertonen.
Kampen, oktober 2023
Henk Schaafsma
1 Ik heb dankbaar gebruik gemaakt van de toelichting die Jan Smelik bij dit lied schreef voor het Liedboek Compendium.