Je kan deze aanspraak nogal eens horen uit de mond van voorgangers, als zij de gemeente aanspreken. En, om gelijk maar een mogelijk misverstand te voorkomen, daar is niets mis mee!
Maar het zet mij wel aan het denken. Wat is een lief mens? Ben ik dat? Ben jij dat?
Als ik in de badkamerspiegel kijk is niet mijn eerste reactie: wat een lief mens! En ook verder om mij heen zie ik veel mensen zonder daarbij te denken: oh, wat een lief mens. Er zijn er natuurlijk wel een paar, dat spreekt. Maar in het algemeen vind ik lang niet iedereen lief. Dat geldt zelfs als ik in de kerk om mij heen kijk. En dat geldt al helemaal niet voor de mensen die je in het journaal voorbij ziet komen.
Ik kom tot de conclusie dat de keuze of ik iemand lief vind afhangt van hoe hij of zij in mijn persoonlijke ervaring overkomt. Kortom: het hangt voor minstens 50% van mijzelf af of ik iemand lief vind.
Dan nu terug naar die aanspreekvorm in de erediensten. Daar staat een voorganger niet namens zichzelf, maar mag (moet) hij namens zijn Zender spreken. Dus hoe hij de gemeente aanspreekt moet gehoord worden alsof God zelf ons aanspreekt! Dat brengt mij op de vraag: vindt God mij en jou lief? Er zijn heel veel argumenten om die vraag met “nee” te beantwoorden. Dat wordt al hoorbaar in het begin van het doopformulier: “Bij de doop …. wordt zichtbaar gemaakt dat je in de ogen van God vuil bent, belast met zonde. Je bent al schuldig als je wordt geboren, al zondig sinds je moeder je ontving.”… “De doop wil je dus laten beseffen hoe slecht je van nature bent.” En dat wordt er in je verdere leven niet beter op. Maar tegelijk: deze woorden staan in het doopformulier. En dat sacrament heeft een bevrijdend perspectief: “Door je doop garandeert God de Vader je dat Hij een eeuwig verbond met je sluit. Hij neemt je in zijn goedheid aan als zijn kind en erfgenaam.… De Zoon garandeert je dat Hij al je zonde van je wegneemt. Hij zorgt ervoor dat God je vrijspreekt. Hij laat je volledig delen in zijn dood en opstanding en geeft je een nieuw leven.”
Zo laat God zien dat wij zijn geliefde kinderen zijn, niet van of door onszelf, maar om redenen die bij Hem vandaan komen. Onbegrijpelijk, maar wat kostbaar!
Dat is zijn kant van het verhaal; onze opdracht is daar een logisch antwoord op: “Geloof in deze ene God – Vader, Zoon en heilige Geest – en heb hem lief met heel je hart, met heel je ziel, met heel je verstand en met inzet van al je krachten.”.
Als je daarvoor gaat, mag je jezelf zien als een lief mens in Gods ogen, dankzij Jezus! Dat was het voor deze keer, lieve mensen.
Koos Lange