In de preek van Herman Feenstra stond het woord “loven” centraal.
Het liep uit op “Alles wat adem heeft, loof de HEER. Halleluja!”.
Ook de bomen doen daaraan mee; en dat bracht me op de gedachte dat naaldbomen dus eigenlijk ook loofbomen zijn!
Ook rond de geboorte van Jezus lezen we hoe er telkens weer een loflied klinkt:
- Elisabeth begroet Maria: De meest gezegende ben je van alle vrouwen, en gezegend is de vrucht van je schoot!
- Maria zingt dan: Mijn ziel prijst en looft de Heer, mijn hart juicht om God, mijn redder
- Als Zacharias weer kan praten begint hij: Geprezen zij de Heer, de God van Israël
- De engelen besluiten de geboorteaankondiging met: Eer aan God in de hoogste hemel
- De herders zoeken de schapen weer op, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden
- De wijzen uit het oosten: Ze wierpen zich neer om het Kind eer te bewijzen.
- Simeon nam het Kind in zijn armen en loofde God
- Ook Hanna kwam naar hen toe, bracht hulde aan God
Onze opdracht tot loven (Psalm 150) is allesomvattend: onze lof geldt de Allerhoogste, Vader, Zoon en Geest. Wij bidden dat de Geest ons, levende stenen, ook/juist in de adventstijd en de viering van Jezus’ geboorte zal leren loven:
Prijs de HEER, mijn ziel, prijs, mijn hart, zijn heilige naam. Prijs de HEER, mijn ziel, vergeet niet één van zijn weldaden.
Koos Lange