In Johannes 13 wordt verteld hoe Jezus de voeten van de leerlingen wast.
Ik nodig je uit om even te fantaseren dat jij één van die mensen was die bij die maaltijd aanwezig waren. En probeer dan eens te bedenken dat Hij bij jou komt en je voeten gaat wassen!
Toen ik me dat probeerde in te denken kreeg ik een heel ongemakkelijk gevoel: dit hoort niet, dit is de omgekeerde wereld. Ik schrok terug.
Ik dacht terug aan de eerste woorden uit het Johannesevangelie:
“In het begin was Gods Zoon er al. Hij was bij God, en hij was zelf God. In het begin was hij al bij God. Alles is door hem ontstaan. Zonder hem zou er niets zijn” (BGT).
En gaat die hoogste Heer en Koning nu mijn voeten wassen?
Zo werd het voor mij meer dan een voorbeeld. Jezus knielt voor mensen, een werk dat normaal door de laagste slaven gedaan werd! Jezus laat hier zien hoe ver zijn liefde gaat: Hij legt werkelijk alles af, zijn heerlijkheid, zijn macht, zijn majesteit, zijn positie onder de discipelen: Hij werd minder dan de minste: VOOR MIJ!!!
Johannes begint dit hoofdstuk met:
“Het was kort voor het Pesachfeest. Jezus wist dat zijn tijd gekomen was en dat hij uit de wereld terug zou keren naar de Vader. Hij had de mensen die hem in de wereld toebehoorden lief, en zijn liefde voor hen zou tot het uiterste gaan.”
En uit andere evangeliën weten we dat dit plaatsvond tijdens de laatste maaltijd van Jezus met zijn discipelen, de maaltijd waarop ook het avondmaal werd ingesteld.
Direct na deze maaltijd gaat Hij naar de olijftuin, waar Hij gevangen genomen werd. Zijn tijd was gekomen, ook voor mij deed Hij dit!
Dit verhaal wordt meestal gezien als een voorbeeld over hoe wij met onze naasten om moeten gaan: nederig, gastvrij. Dat is het zeker ook, zoals opwekking 705 verwoordt in het refrein:
Toon mijn liefde, aan de ander
dien de ander, zo heb Ik ook jou liefgehad.
Heb elkaar lief, wat er ook gebeurt,
dien de ander, zo heb ik ook jou liefgehad.
Maar het is niet alleen een voorbeeld hoe ik mij moet gedragen, maar zeker ook een teken van hoe ver de liefde van Jezus gaat: tot het uiterste!
Koos Lange