“Wie meent dat hij godsdienstig is, terwijl hij zijn tong niet kan beteugelen,
zit op een dwaalspoor, en heel zijn godsdienst is vergeefse moeite.”
Jakobus 1: 26
Herken je de leugen daaraan?
Haar drang om zichzelf
te horen praten, spreken, preken?
Kwebbelen, kletsen, roddelen?
Omdat ze overal een mening
over meent te moeten hebben?
Omdat ze denkt de waarheid
in pacht te hebben?
Herken je de waarheid daaraan?
Haar vermogen met weinig woorden
toch heel veel te zeggen?
Omdat ze weet hoe fragiel meningen zijn,
hoe breekbaar de waarheid.
Jan Spoelstra