“Een vriendelijk antwoord doet woede bedaren, krenkende woorden wakkeren toorn aan.” Spreuken 15:1
Het lijkt zo simpel, zo eenvoudig. Als een boterham met roomboter en jam. Als een zonnebloem in een vaasje.
Wat stelt vriendelijkheid nu voor. Hoeveel moeite moet je ervoor doen om iemand te groeten? Hoeveel inzet is nodig om een compliment te maken, een grapje? Hoeveel inspanning kost het je naaste een kop koffie aan te bieden?
Vriendelijkheid stelt inderdaad niets voor. Als het gaat om de mensen die je kent, die je lief hebt, die je vertrouwt.
Wat gebeurt er met je hartelijkheid, beleefdheid of goedheid als het gaat om vreemden? Als het gaat om mensen die anders denken, anders doen, anders dromen?
Of een graadje erger. Wat doe je met je welwillendheid wanneer het gaat om mensen die je bedrogen hebben? Gekrenkt? Beschadigd, gekwetst, vernederd?
Wat doe je wanneer alles in je toert, raast, foetert? En alles wat je wil doen is tekeer gaan, schelden, tieren. Alles wat je in je hoofd hebt. Wraak. Vergelding. Straf. Kwetsen.
Wat stelt vriendelijkheid dan voor? Hoeveel moeite moet je er voor doen om je vijand te groeten? Hoeveel inzet is nodig om je belager een compliment te maken? Een grapje te vertellen? Een kopje koffie aan te bieden?
Jan Spoelstra