“De genade van de Heer Jezus Christus zij met u.”
Filemon 1: 25
Hoeveel woorden er zijn waarvan je kunt houden.
Grappige woorden bijvoorbeeld. Als bolleboos,
hink stap sprong, picknick, kalebas, zandloper, vlaflip.
En wat te denken van de namen die de natuur ons dagelijks
toefluistert in tjiftjaf, lepeltjesdief, zijwortel, vruchtbeginsel, dille,
duizendschoon, stapelwolk.
Woorden kunnen klinken als muziek.
Largo. Mezzo piano. Opera. Religioso. Poco a poco.
Woorden kunnen aanvoelen als lekkernijen.
Poedersuiker. Cupcake. Baklava. Falafel. Pannenkoek.
Sommige woorden vertrouwen we om hun betekenis.
Liefde. Verlangen. Moed. Hoop. Geloof.
Andere woorden spreken we maar achteloos uit.
Oké. Laat maar. Doei. Poe poe. Echt? Toe maar. Mmh.
Woorden zijn overal. Ze geven rust, ze stekelen,
ze strelen, ze verbazen, ze zwijgen, ze verdraaien,
ze doden, ze scheppen, ze wekken tot leven.
Woorden zijn gewoon, nieuw of ouderwets.
En bijna vergeten. Wie kent ze nog?
Gaarne. Bedotten. Heerschap. Akkerman. Spade.
Maar de mooiste van alle woorden blijft toch.
Genade.
Jan Spoelstra