Jullie hebben niet mij uitgekozen, maar ik jullie, en ik heb jullie opgedragen om op weg te gaan en vrucht te dragen, blijvende vrucht. Wat je de Vader in mijn naam vraagt, zal hij je geven.
Johannes 15:16
Misschien is hij er altijd wel geweest
maar is hij onopgemerkt gebleven.
Omdat ik geen behoefte had aan hem?
Maar nu kan ik blijkbaar niet meer om hem heen.
Hij danst op mijn voorhoofd, het zwemt in mijn Engelse thee,
hij jengelt aan het stuur van de auto.
Een klein dik mannetje met een bolhoedje op.
Hij is niet groter dan twee centimeter.
Als hij alleen aanwezig was geweest had ik hem kunnen verdragen.
Ik had hem kleine koekjes gegeven,
’s avonds een paar mini borrelnootjes.
Maar omdat hij voortdurend het bordje in zijn handen heeft,
begin ik me aan hem te ergeren.
Wat erop het bordje staat: wat is je doel?
Zodat ik nu op ieder moment van de dag de vraag
in mijn hoofd heb: wat is je doel?
Zal ik ooit nog eens op mijn gemak
en zonder wroeging kunnen luieren?
Jan Spoelstra