“De mens verdrijft de duisternis,
hij dringt door tot in het binnenste der aarde.”
Job 28:3
Dat moet je de mens wel toegeven.
We zijn voor geen kleintje vervaard. Is er een hoge berg?
We vliegen erover heen als trotse adelaars.
Is er een lage oppervlakte?
We wroeten er in als onverstoorbare wormen, Dat moet je ons wel toegeven.
Soms lijken de situaties waarin we ons bevinden onherbergzaam, soms zijn gebeurtenissen dor en onvruchtbaar.
Hoe ermee om te gaan? Hopen op betere tijden?
Geloven in een goede afloop?
Als het aardedonker is, als het stervenskoud wordt.
Waar zijn nog de mogelijkheden om door te gaan? Om verder te willen? Om een nieuwe weg in te slaan?
Dat moet je de mens wel toegeven.
Wanneer er voldoende vertrouwen in onze hand rust, wanneer er genoeg bezieling in onze harten schuilt.
Dan is er scherp licht om de duisternis weg te snijden.
Dan is er warm inzicht om de kilheid te verdrijven.
Jan Spoelstra