Als iemand belijdt dat Jezus de Zoon van God is,
blijft God in hem en blijft hij in God.
1 Johannes 4:15
Van sommige zaken is het duidelijk. Een stoel, bijvoorbeeld.
Of een fiets, een zeilbootje, een telefoon.
Je kunt ze bezitten. Het zijn je eigendommen.
Van andere dingen ligt het lastiger. Een vriend,
een mooie herinnering, onzekerheid. Bezit je die?
Mag je die claimen als jouw eigendom?
Wat te denken van een sterk vertrouwen, diep geloof,
scherpe twijfel. In hoeverre is dat eigen?
Kun je daar staat op maken?
En dan zijn er. Gods Geest. Gods Woorden.
Wat moet je daarmee? Van wie zijn ze?
Wie mag ze zich toe eigenen? Wie kan zeggen dat hij ze bezit?
In zijn hart? In zijn hoofd? In zijn gedachten?
Wellicht kun je ze niet aanwijzen als bezit.
Maar dan toch wel als onmisbare kracht.
Een kracht die de doodsheid van onze levens wil laten afvegen.
Een kracht die het bloed in onze starre lichamen wil laten bewegen.
Jan Spoelstra