“De vrouw van Lot, die achter hem liep, keek om
en veranderde in een zuil van zout.”
Genesis 19:26
Wat zekerheid is: dat er morgen een nieuwe dag komt?
Dat je geld op je bankrekening hebt?
Dat je redelijk gezond bent? Of juist erg ziek?
Hoeveel zekerheid een mens nodig heeft
om een volwaardig bestaan te leiden. Hoeveel tijd,
hoeveel vermogen, hoeveel fitheid, hoeveel moed?
En wat je ervoor over hebt om zeker te zijn.
Hoeveel risico wil je vermijden, hoeveel zekerheid
wil je omarmen?
Hoeveel vreemdelingen vermijd je,
hoeveel zonderlingen laat je links liggen?
Waardoor het gevaar bestaat: te veel zekerheid maakt
dat je te dicht wordt, te massief, te onbeweeglijk.
Als een rots, als een zoutpilaar.
Daarom zal het streven naar een bepaalde vastigheid wijs en verstandig zijn.
Waarbij het goed is om het idee
van geruststelling met een korreltje zout te nemen.
Immers wie te zeker is, leeft gevangen.
Wie onzekerheid aanvaart, denkt onbevangen.
Jan Spoelstra