“Geen woord ligt op mijn tong,
of u Heer kent het ten volle.”
Psalm 139:4
Waar woorden verscholen liggen:
op een warm plekje waar dan ook in je hersencellen,
op een koele plaats ergens in je gedachten?
Doorgaans ben je je er niet van bewust
waar je woorden vandaan komen,
zonder het te beseffen babbel je, klets je, redeneer je
dat het een lieve lust is.
Wanneer je eenmaal in je leven hebt leren lezen en schrijven,
is het vanzelfsprekend geworden.
Woorden zijn overal aanwezig in je leven:
in je hoofd, op muren, in boeken, op sociale media.
Woorden lijken zo ontegenzeggelijk voorhanden
totdat je opeens – zonder aankondiging –
met stomheid wordt geslagen.
Wat je ziet, wat je meemaakt is te overweldigend,
te dom, te pijnlijk, te dwaas, te groots, te oneerlijk.
Je wilt, je moet, je zult er wat van zeggen.
Waar haal je dan de woorden vandaan
die er echt toe doen?
Jan Spoelstra