“Klom ik op naar de hemel – u tref ik daar aan.
Lag ik neer in het dodenrijk – u bent daar.”
Psalm 139:8b
Het zijn niet je mooiste momenten.
Je zou ze het liefste uit de weg gaan. Zoals je
ook stortbuien probeert te ontlopen. Of dichte mist.
Maar zoals er zonnige morgens zijn, feestdagen
en overwinningsroezen. Zo zijn er ook de kille avonden,
de herdenkingsbijeenkomsten
en de katers na het verlies.
Wat je eerste reactie is: om te doen alsof
ze er niet zijn, alsof ze er niet bij horen.
De zwarte dagen, de donkere tijden.
De scheuren, de barsten, de rafels, de wonden in je leven.
Wat is immers het nut van al die gebreken?
Van het kapotte, het beschadigde?
Wie bewaart gebroken kopjes, defecte apparaten?
Tenzij je ervan overtuigd bent, je er heilig in gelooft.
Dat wat kapot lijkt, weer gemaakt kan worden.
Dat wat gebroken is, weer een mooie plek kan krijgen.
Jan Spoelstra