Het zo’n twee-en-een-halve week geleden dat we Pasen gevierd hebben.
Feitelijk doen we dat natuurlijk elke zondag, maar niet zo bewust en uitgebreid als met Pasen. We stonden stil bij de overwinning over
zonde en dood door Jezus’ kruisdood en opstanding.
En nu? 20 dagen later?
Ter vergelijking een stukje uit de reis van Israël uit Egypte. Mozes (Ik wil zingen voor de HEER, zijn macht en majesteit zijn groot!) en Mirjam (Zing voor de HEER, zijn macht en majesteit zijn groot!) hebben gezongen over de verlossing die de Here hen gegeven had.
En direct daaropvolgend lezen we hoe het volk deze wonderbare redding vrijwel vergeten is:
(Exodus 23:22-25a) Van de Rietzee ging Israël in opdracht van Mozes weer verder, de woestijn van Sur in. Drie dagen trokken ze door de woestijn zonder water te vinden. Toen kwamen ze in Mara. Het water van Mara konden ze echter niet drinken, zo bitter was het; vandaar ook dat die plaats Mara heet. Het volk begon zich bij Mozes te beklagen. ‘Wat moeten we drinken?’ zeiden ze. Mozes riep de HEER aan, en de HEER wees hem op een stuk hout. Toen hij dat in het water gooide, werd het zoet.
Hun hoop op een nieuw, zorgeloos leven leek vervlogen toen ze in een woestijn kwamen, waarin ze vergingen van de dorst. Zag de toekomst er zo uit? Moeten we hierlangs om in het beloofde land te komen? Dan hoefde het voor hen niet meer.
Het lijkt erop dat ze na drie dagen al vergeten waren hoe God hen had gered, juist toen hun weg dood leek te lopen.
Zie Jezus, geslagen, gekruisigd, dood. Wat kun je nog van Hem verwachten? Ziet de toekomst er zo uit? Moest dit gebeuren om in het beloofde land te komen? Als het geen Pasen was geweest zou je geen hoop voor de toekomst meer hebben. Maar als Hij op de derde dag is opgestaan uit de dood, worden wij bemoedigd: zelfs bij het naderen van de dood zal Hij volkomen uitkomst geven.
Laat het Paasevangelie ons elke dag helpen moeiten te overwinnen en onze blik toekomstvast te houden.
Koos Lange
(De gedachte en sommige tekstgedeelten in dit stuk zijn ontleend aan het artikel van ds. David de Jong in het Gereformeerd Kerkblad van 13 april.)