Het vagevuur is in de katholieke leer de naam voor een plek of staat na de dood, waar men wordt gelouterd of gestraft, voor nog niet uitgeboete zonden. De schuld die aan de zonde kleeft moet nog worden goedgemaakt, uitgeboet.
Nu kennen wij uit de Bijbel het beeld van God als een vuur op verschillende manieren. Denk aan de brandende doorn- of braamstruik, die wel brandde, maar niet verteerde. En: God leidde het volk uit Egypte, ’s nachts in een vuurkolom. Het beeld van een God die heilig is, maar ook barmhartig.
Maar denk ook aan Sodom en Gomorra, steden die door God met zwavel en vuur verwoest (gestraft) werden. En in het NT wordt gewaarschuwd: “onze God is een verterend vuur”.
De gedachte van een vagevuur wordt o.a. ontleend aan 1 Kor. 3:14. Paulus roept op om op het éne fundament (Jezus Christus) te bouwen. Dat kun je met vuurbestendige materialen doen en dan zal je beloond worden, of met brandbare materialen, die zullen door het vuur vergaan. Maar als je bouwt op het fundament Jezus Christus zul je gered worden, als door vuur heen.
De oproep is dus om te bouwen aan Gods huis en daarbij op te letten hoe je bouwt en waarmee je bouwt: is het tot opbouw van de gemeente?
Koos Lange