Hij komt, Hij komt…..
Zoals kinderen vol verwachting uitzien naar het sinterklaasfeest, zo willen wij ook uitzien naar de komst van het Kind, van de Eerste en de Laatste.
Worden als een kind krijgt hier een bijna voelbare betekenis.
Kinderen veranderen hun gedrag in het vooruitzicht van sinterklaas. (Tenminste, dat was vroeger zo).
Veranderen wij ook ons gedrag bij het vooruitzicht van de terugkomst van Jezus?
Jesaja moet het volk troosten, omdat de Heer er aan komt; daarbij plaatst hij de oproep: “Baan voor de HEER een weg door de woestijn, effen in de wildernis een pad voor onze God. Laat elke vallei verhoogd worden en elke berg en heuvel verlaagd, laat ruig land vlak worden en rotsige hellingen rustige dalen.” (Jes. 40:3-4)
Johannes de Doper ziet het ook gebeuren: “Maak de weg van de Heer gereed, maak recht zijn paden! Iedere kloof zal worden gedicht, elke berg en heuvel geslecht, kromme wegen recht gemaakt, hobbelige wegen geëffend; en al wat leeft zal zien hoe God redding brengt.” (Lucas 3:4-6)
Alle dingen die ons en Hem in de weg kunnen staan bij de ontmoeting moeten opgeruimd worden; alle eigenzinnigheid, alle verkeerde begeerten, alle luiheid, alle …..
Als we maar geen stenen opruimen die eigenlijk gebruikt hadden moeten worden voor Zijn huis!
Verwacht de komst des Heren,
o mens, bereid u voor:
reeds breekt in deze wereld
het licht des hemels door.
Nu komt de Vorst op aard,
die God zijn volk zou geven;
ons heil, ons eigen leven
vraagt toegang tot ons hart.
Bereid dan voor zijn voeten
de weg die Hij zal gaan;
wilt gij uw Heer ontmoeten,
zo maak voor Hem ruim baan.
Hij komt, bekeer u nu,
verhoog de dalen, effen
de hoogten die zich heffen
tussen uw Heer en u.
Een hart dat wacht in ootmoed
is lieflijk voor de Heer,
maar op een hart vol hoogmoed
ziet Hij in gramschap neer.
Wie vraagt naar zijn gebod
en bidden blijft en waken,
in hem wil woning maken
het heil, de Zoon van God.
Liedboek 126 (nieuw liedboek 439)
Koos Lange