“Hij riep de menigte samen met de leerlingen bij zich
en zei: Wie mijn volgeling wil zijn, moet zichzelf verloochenen,
zijn kruis op zich nemen en zo achter mij aan komen.”
Marcus 8; 34
Misschien is het de moeilijkste beweging. Voor een mens.
Voor een sterveling die vast zit aan andere stervelingen.
Familie, vrienden, collega’s, landgenoten.
Liever stoppen we onze hoofden in het zand. Doen we of we gek zijn.
Spelen mooi weer. Plaatsen boter op ons hoofd.
Maar loslaten? Afscheid nemen van onze ideeën, ons standpunten,
onze tradities, ons gelijk?
Wat zullen de anderen wel niet zeggen? Familie, vrienden, collega’s?
We klampen ons vast aan de gangbare denkbeelden
zoals een scheepsdrenkeling aan een stuk wrakhout.
Stel je voor dat je zou veranderen. Dat je zou zeggen.
Zwart is niet zwart. Wit is niet wit. Er is ook.
Korenbloemblauw. Zomertarwegeel. Bosrankrood.
Wat er voor nodig is. Om ze te bereiken.
De uitgestrekte velden met de kleurrijke bloemen?
De weg. Op weg te gaan.
Waarbij je doodmoe zult zijn van de radeloosheid.
Waardoor je springlevend wordt van de geestdrift.
Jan Spoelstra