“Al verkocht ik mijn bezittingen
omdat ik voedsel aan de armen wilde geven – “
1 Korintiërs 13: 2b
Merken we het nog op. Hoe de dingen aan ons kleven?
Ikea kastjes, kurkentrekkers, auto’s, boeken, juwelen, telefoontjes.
Ze plakken aan ons als plezierige gedachten, als vervelende ideeën.
Wat zouden we zijn zonder ons bezit?
We zouden gewoon ronddwalen in een saai heelal,
we zouden maar wat pruillippen in een kleurloze wereld.
Blijft de vraag. Bezitten wij de dingen? Of bezitten de dingen ons.
Zodat we daardoor worden terneergedrukt, bekneld, verpletterd.
Wat de oplossing kan zijn. Om te leven als een bezwaarde monnik.
Om te schuilen als een serieuze kluizenaar?
Of misschien om je af te vragen.
Wat er gaat gebeuren als de dingen niet jou maar dat jij de dingen bezit.
De bladblazer, de balpen, de iPad, het schaakspel, de kleren.
Om ze lief te hebben zoals boompiepers weten hoe nestjes te bouwen.
Om ze te koesteren zoals kinderen leren om origami te vouwen.
Jan Spoelstra