“Al bezat ik alle kennis.”
1 Korintiërs 13:2a
Wanneer weet je iets?
Wanneer mag je met onverhulde trots zeggen:
zo is het goed, ik weet genoeg (meer dan genoeg).
Vaker is dat je meent dat je iets weet,
dat je gelooft een deskundige te zijn.
(merk op hoe fijn het voelt dat jij diegene bent die kennis bezit.)
Echter, op het moment dat je opgelucht wilt concluderen
‘zo is het voldoende’ begint het.
Om je heen hoor je het kraken, het piepen, het waggelen, rommelen.
Voordat je het weet, je hele kennisgebouw stort in elkaar.
Wat je wist blijkt niet meer te zijn dan stof en rommel.
Waaraan je zekerheid ontleende is lucht en ledigheid.
Aan de ene kant is dit natuurlijk triest.
(de pijn die je voelt als je iets waardevols verliest)
Aan de andere kant is het een feit. Als je opnieuw mag weten.
Van hoeveel knellende banden word je bevrijd?
Jan Spoelstra